7M inputfactoren Lean Six Sigma

7M inputfactoren Lean Six Sigma gaat over de relaties die je kunt leggen tussen de inputs en de output. Als je koekjes maakt, dan heb je boter, meel, eieren, suiker, misschien vanille en men je ze en na een bepaalde tijd in een verwarmde oven heb je een cake. Zelfs als je aan het proceskloten bent, ben je nog steeds bezig inputs te verwerken tot een output.

Zowel als Green Belt en als de Black Belt leg je relaties tussen de inputfactoren en de output om zo de bron van proces problemen te achterhalen. Met een SIPOC kun je in kaart brengen wie welke inputs levert, wie welke output afneemt en welke op hoofdlijnen de stappen zijn voor de waardetoevoeging. Een voorbeeld vind je hier.

Op Greenbelt.institute lezen we dat de 7M staan voor Mensen, Materiaal, Machine, Methode, Metingen, Manager, Moeder Natuur.

Moeder natuur staat voor de facilities die je nodig hebt om procesuitvoer mogelijk te maken. Je kunt nu eenmaal moeilijk buiten koekjes bakken als het regent. Dus heb je een locatie nodig, elektriciteit, water en noem maar op. Als je in dienstverlening zit, is jouw materiaal de informatie die je verwerkt. De machines zijn de systemen en applicaties. De manager is synoniem aan de management functie. Management houdt in het afstemmen van vraag en aanbod op de beschikbare resources. 

Kaoru Ishikawa is de geestelijk vader van de inputfactoren. Het Ishikawa diagram laat de relaties zien tussen de inputfactoren en de output of het effect van het procesprobleem. In Lean kun je de Quality Management Tools toepassen. In Six Sigma gebruiken we eenvoudige statistiek. Zowel bij maakprocessen als serviceprocessen zie je dat Six Sigma tools zoals de ANOVA als hypothesetesten gebruikt worden.

Een bekende Quality Management Tool is de Pareto chart. Andere tools die je tegenkomt zijn de Scatter Plot, de Control Chart, het Histogram, de Checksheet, de Flowchart en de stratificatie factoren. Een voorbeeld van een Pareto Chart met voorbeeld en een template vind je hier.